Artikel 54 RVV: openen van een portier: verschil tussen versies
| Regel 5: | Regel 5: | ||
=Beoordeling rechtspraak/strekking= | =Beoordeling rechtspraak/strekking= | ||
| + | Het openen van een portier is een bijzondere manoeuvre conform artikel 54 RVV<br /> | ||
| + | |||
| + | |||
| + | '''Overweging 3.9:'''<br /><br />`H<span>et hof neemt net als de kantonrechter tot uitgangspunt dat [appellant] bij het openen van het linker portier van zijn auto een bijzondere manoeuvre uitvoerde als bedoeld in artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990). Dit uitgangspunt heeft [appellant] in hoger beroep ook niet bestreden. [appellant] moest daarom het overige verkeer, waaronder [geïntimeerde], voor laten gaan. Daarbij diende [appellant] bedacht te zijn op de mogelijkheid dat verkeersdeelnemers op de fietsstrook zijn auto zouden passeren, mogelijk ook met aanzienlijke snelheid. Op die mogelijkheid heeft [appellant] zijn verkeersgedrag niet voldoende afgestemd (en daarmee ook gehandeld in strijd met artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994)`</span> | ||
=Wetgeving= | =Wetgeving= | ||
Versie van 14 apr 2021 16:43
Schadetoedracht
Voor de verkeerslichten bij een kruispunt stond automobilist A te wachten (een derde). Automobilist B stond geparkeerd in een gehandicaptenparkeerplaats. Links van deze parkeerplaatsen is een fietsstrook met onderbroken strepen. De motorrijder wilde bij het kruispunt rechtsaf slaan en reed dan ook bij naderen van de kruising over de fietsstrook. Op dat moment opende automobilist B diens linkerportier met als gevolg dat de motorrijder tegen automobilist A aanreed.
Beoordeling rechtspraak/strekking
Het openen van een portier is een bijzondere manoeuvre conform artikel 54 RVV
Overweging 3.9:
`Het hof neemt net als de kantonrechter tot uitgangspunt dat [appellant] bij het openen van het linker portier van zijn auto een bijzondere manoeuvre uitvoerde als bedoeld in artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990). Dit uitgangspunt heeft [appellant] in hoger beroep ook niet bestreden. [appellant] moest daarom het overige verkeer, waaronder [geïntimeerde], voor laten gaan. Daarbij diende [appellant] bedacht te zijn op de mogelijkheid dat verkeersdeelnemers op de fietsstrook zijn auto zouden passeren, mogelijk ook met aanzienlijke snelheid. Op die mogelijkheid heeft [appellant] zijn verkeersgedrag niet voldoende afgestemd (en daarmee ook gehandeld in strijd met artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994)`
Wetgeving
Artikel 54 RVV (bijzondere manoeuvres)
Artikel 5 WVW
